Soms kunnen het kleine aanpassingen zijn waarmee je een begin kunt maken met differentiëren in de klas. Meerdere scholen zijn aan de slag gegaan met diverse manieren om te differentiëren. Een ervan is het differentiëren met sterren.
Wat is het?
Met differentiëren met sterren kun je aan verschillende opdrachten een aantal sterren hangen. In een bepaalde periode moeten de leerlingen bijvoorbeeld 25 sterren halen. De leerlingen kunnen deze sterren behalen door opdrachten uit te voeren met een bepaald aantal sterren. De makkelijkste opdracht heeft 1 ster. De moeilijkste opdracht heeft 5 sterren. De leerling kiest zelf of hij voor opdrachten gaat met veel sterren (weinig opdrachten maar wel moeilijke opdrachten) of voor opdrachten met weinig sterren of een combinatie. Deze opdrachten kunnen opdrachten uit het werkboek zijn of extra opdrachten die je gevonden hebt op bijvoorbeeld internet.
Voor wie?
Deze methode kan toegepast worden bij leerlingen van elk onderwijstype, leerjaar en vak.
Wat vindt de docent ervan?
“Deze manier van werken heeft mij geholpen de les meer interactief te maken en het heeft mij niet veel tijd gekost om de opdrachten te maken en te koppelen aan een aantal sterren. De motivatie van leerlingen werd een stuk groter en ze vonden het ook leuk om sneller te werken om de 25 punten te halen. Ik had ook meer ruimte om uit te leggen en coachend te werken, en dat in een klassikale context!”
Wat vinden de leerlingen ervan?
De leerling mag zelf bepalen welke opdracht hij uitvoert en op deze manier wordt hij meer eigenaar van zijn leerproces. Kies je 25 makkelijke opdrachten of 5 moeilijke. Je kan dan ook zien of de leerling het moeilijk of makkelijk vindt. Durven ze zichzelf uit te dagen of kiezen ze voor de makkelijke weg? Je kan op deze manier ook goed het gesprek met de leerling aangaan.
Op zoek naar meer lesvoorbeelden?
Kijk hier voor een voorbeeld om te differentiëren met de busopstelling.