Leraren van het Ichthus College Kampen hebben onderzoek gedaan naar manieren om het leren van leerlingen meer persoonlijk te maken. De focus ligt hierbij op het verder ontwikkelen van curriculumbewustzijn van leraren, met als doel aansluiting bij het leerproces van leerlingen en meer leerlinggestuurd onderwijs. Daarnaast wil het Ichthus College dat deze ontwikkelingen binnen de school breed gedragen en geborgd gaan worden.
Dit filmpje laat zien hoe de docent Nederlands en zijn leerlingen het meer gepersonaliseerd leren ervaren. In het experiment is veel ruimte voor eigen invulling, waarbij intrinsieke motivatie van leraren om zich (verder) te ontwikkelen een belangrijke rol speelt. De verschillende onderzoeken zijn gebaseerd op de uitgangspunten: “Wat is voor jou relevant en haalbaar, wat heb je altijd al willen uitproberen en wat past het beste bij je vak?”.
In de verschillende experimenten wordt veel ingezet op zelfregulatie van leerlingen. De genoemde effecten zijn meer betrokkenheid, een actievere houding en een verhoogde motivatie. De observaties, gedaan door leraren, zijn positief en bemoedigend. Stuk voor stuk zijn de leraren dan ook gemotiveerd om door te gaan met hun experiment. De school merkt dat de intrinsieke motivatie van de leraren in grote mate bijdraagt aan het positieve resultaat. Hieronder vind je de ervaringen van een aantal leraren.
Top
- Enthousiasme, zowel bij leraren als leerlingen om met een experiment bezig te zijn.
- Samenwerken tussen leraren (co-teaching) wordt als positief ervaren.
- Het inzetten van professionaliseringsuren creëert ruimte voor verdere ontwikkeling.
- De focus van de docent verschuift van frontaal onderwijs naar het voorbereiden en begeleiden van het leren. Leerlingen lijken de lessen minder passief te consumeren. Het actief en ontdekkend leren werkt motiverend.
Tip
- Onderzoek of door middel van het experiment ook het leerrendement omhoog gaat.
- Maak meer gebruik van diagnostische toetsen om metacognitieve vaardigheden te toetsen.
- Zet de mogelijkheid tot een herkansing in tijdens de looptijd van het experiment. Dit geeft de leerlingen rust en ruimte dat het mis mag gaan.
Twee experimenten uitgelicht
Planning door leerlingen
Eline van Dijk, docent Engels, wilde haar leerlingen graag leren om keuzes te maken die van belang zijn voor hun planning. Zo kan ze differentiëren in tempo. Daarvoor heeft ze gebruik gemaakt van Trello voor bovenbouwleerlingen en een planningsformulier voor onderbouwleerlingen. Eline merkte dat leerlingen planningsvaardigheden missen en te weinig eigenaarschap voelen voor hun leerproces om effectief gebruik te maken van Trello.
Voor onderbouwleerlingen werkte het goed om gebruik te maken van het planformulier. Daarnaast bleek het werken met Trello een grote administratieve last op te leveren. Per klas en per leerling moeten zaken worden ingevoerd in het systeem. Dit kan oplopen tot wel 90 handelingen per klas en is erg tijdrovend. Daarnaast vraagt het gebruik van Trello ook om een goede, uitgebreide instructie, een tijdsinvestering die in de bovenbouw, en met name in de examenklassen, niet gedaan kan worden. Ze gaat haar experiment voortzetten door te onderzoeken op welke manier de planningsvaardigheden en het eigenaarschap van leerlingen getraind kunnen worden. De zoektocht naar het ‘ultieme middel’ is hierbij belangrijk.
Zelfevaluatie door leerlingen
Corry Verhulst, docent beeldende vormgeving, wilde weten hoe leerlingen kunnen leren zelf te reflecteren of zij de lesdoelen, behorend bij hun niveau, behaald hebben. Al snel merkte ze dat haar plan te groot en te onoverzichtelijk was om mee aan de slag te kunnen. In de les bleek dat ze een goed zelfevaluatieformulier voor leerlingen nodig had. Ze heeft haar plan dus opnieuw geformuleerd en is aan de slag gegaan met het ontwerpen van een zelfevaluatieformulier.
Voor het evaluatieformulier is het praktijkexamen het uitgangspunt. Tijdens dit examen wordt van leerlingen verwacht dat ze de opdracht geheel zelfstandig uitvoeren binnen de tijd. Leerlingen blijken in de lessen echter moeite te hebben om een goede inschatting te maken over de grootte van een opdracht en de bijbehorende tijdsplanning. Om de leerlingen deze structuur te bieden is daarom een kader voor een tijdpad in het formulier opgenomen. Zo gaat de overgang van docentgestuurd naar leerlinggestuurd onderwijs gemakkelijker. Door het formulier lijken de leerlingen meer inzicht te krijgen in hun werkwijze en zijn zelf in staat om hun werkhouding en tempo te reguleren.
Het eigenaarschap voor de opdracht én het leerproces ligt zo bij de leerling. In 2017 gaat Corry aan de slag met het monitoren en evalueren van het formulier. Wat al duidelijk is, is dat het nodig is om de kerndoelen ook voor leerlingen meer zichtbaar te maken.