Op Metameer leren leraren met een ‘Kijkwijzer’ goede coachgesprekken te voeren. “Jezelf terugzien op film is best confronterend. Het laat niets aan de verbeelding over en dat is leerzaam.”
Een goed gesprek
Van een coachgesprek tussen docent en leerling wordt een filmpje van tien minuten gemaakt. Dat filmpje wordt teruggekeken in het lerarengroepje waar de docent/coach deel van uitmaakt. Gezamenlijk is bepaald wat een goed coachgesprek is en waaraan dat moet voldoen. Met het Kijkwijzer 5-fasenmodel kunnen de leraren gedrag herkennen en aankruisen. Imar Savelsbergh, docent én coach op Metameer: “Wat is de houding van de docent, hoe is zijn mimiek? Stelt hij de juiste vragen, vraagt hij door? Durft hij stiltes te laten vallen zodat de leerling de kans krijgt na te denken? Voor een goed gesprek over leerdoelen is dat allemaal belangrijk.”
Opleiding tot coach
Zo’n twee jaar geleden begon op Metameer de opleiding van leraren tot coach. “Als je leerlingen zelf hun leerdoelen laat bepalen, dan is een goede begeleiding nodig en dat vraagt om andere gespreksvaardigheden”, vertelt Imar. De leraren voelden zich aangetrokken tot de opzet van Kunskapsskolan. Besloten werd het 5-fasenmodel van dit leerconcept te gebruiken. Dat is een vast format om leraren doelgericht en structureel op te leiden tot coach.
Peer-to-peer
De eerste leraren die gingen oefenen met coachgesprekken, waren de mentoren van de tweede klas. Imar: “Zij zijn dit jaar mentor in de brugklas. Dit schooljaar worden alle brugklas- en tweedejaarsmentoren geschoold in het voeren van de gesprekken. Zo komen er steeds meer leraren bij.” Inmiddels zijn twintig leraren tot coach opgeleid. Vier van hen leiden in kleine groepjes andere leraren op. Voor deze peer-to-peer benadering is bewust gekozen. “Het is nogal een verschil of je van een directe collega of van een leidinggevende feedback en feedforward krijgt”, aldus Imar. “Door deze aanpak krijg je meer een dialoog en betere gesprekken.”
Portfolio
Om te wennen aan het filmen en gefilmd worden, oefenen de leraren eerst met een coachgesprek van docent tot docent. Dankzij die vuurdoop vinden leraren en leerlingen het daarna minder spannend. De leraren verzamelen de feedback en feedforward van hun collega’s in een portfolio. Ook houden ze in een persoonlijk dossier bij waar ze staan, wat ze beheersen en welke leerpunten er zijn. “Als je jezelf terugziet, zie je direct wat je goed doet en waar je in de fout gaat”, zegt Imar. “Dat is veel effectiever dan iemand aanspreken op bepaald gedrag dat hij allang vergeten is.”
“Als je jezelf terugziet op film, zie je direct wat je goed doet en waar je in de fout gaat”
Vallen en opstaan
Structureel werken aan coaching vergt een behoorlijke cultuuromslag, zegt Imar, zeker in combinatie met alle andere ontwikkelingen op school. “Leraren moeten doelgerichte studieplanners schrijven waarin leerlingen per week zien wat hun taken zijn en wanneer er een toets is. Dat is immers waar ze op coachen. Ze geven taken met een deadline en moeten ervoor zorgen dat er voldoende oefenmateriaal beschikbaar is. Dat gaat met vallen en opstaan.”
Alle facetten
Op Metameer zijn (in de bovenbouw) nog veel leraren die niet op de nieuwe manier werken. Imar: “We rollen alles van onderaf langzaam uit. Zo kunnen enthousiaste leraren elkaar meenemen in de verandering. Coaching moet je samen ontwikkelen omdat het alle facetten van het onderwijs raakt. Als je steken laat vallen in het lesmateriaal, in de studieplanner of in de manier van lesgeven, dan heb je daar ook last van in het coachgesprek. Dat willen we voorkomen.”
Meer lezen
