Het Caland Lyceum zocht een programma waarin topsportleerlingen zowel hun sportactiviteiten als schoolactiviteiten kunnen plannen. Waarin leerlingen in een oogopslag kunnen zien waar ze aan toe zijn. De school maakte de tool uiteindelijk zelf. Lees waarom en bekijk het filmpje over de tool.
Aanleiding
Lars Stooker, afdelingsleider vmbo en portefeuillehouder topsport en LOOT, kreeg van leraren de opdracht om een planningstool te zoeken. “Voor leerlingen die een topsportstatus hebben is het onmogelijk om een ‘normaal’ lesprogramma te volgen door de hoge trainingsomvang,” vertelt Lars. “De Olympische Spelen houden geen rekening met school, maar het examen houdt ook geen rekening met de Olympische Spelen.” De vraag om een planningstool waarin leraren en sportbonden en -clubs hun planning bijhouden, waarin deadlines staan en die overal ter wereld te raadplegen en te veranderen is, was dus eigenlijk logisch en zelfs noodzaak.
Wensen topsportleerlingen
Om te achterhalen wat de wensen en behoeftes van de leerlingen waren, heeft Lars leerlingen mee laten denken en ideeën bij hen opgehaald. De uitkomst was dat leerlingen iets nodig hebben om aan een docent te laten zien: “Ik kan die toets niet maken, want dan zit ik in het buitenland voor een wedstrijd”. En andersom, aan de sportcoach: “Ik kan niet naar dat toernooi, want dan heb ik een examen.”
Individuele agenda
Lars: “Het komt nog wel eens voor dat een leerling een examen op een ambassade moet maken omdat de sport- en schoolactiviteiten niet op elkaar zijn afgestemd, dat is omslachtig en vervelend voor de leerling”, aldus Lars. Een individuele agenda waarbij de planning inzichtelijk is voor alle partijen en er rekening kan worden gehouden met elkaars activiteiten, was dus echt een ontbrekend onderdeel op het Caland Lyceum.
Zoektocht naar programma’s
En dan? Lars: “Je gaat eens online op zoek, pluist alle mogelijkheden uit en komt programma’s tegen waarvan je het bestaan niet wist. Je schrijft je netwerk aan met een #durftevragen en je bespreekt het op de verschillende bijeenkomsten met andere scholen en collega’s. Soms denk je dat je een gouden tip krijgt en ga je vol goede moed aan de slag met een, tot dan toe, volledig onbekend programma.” De succeservaring die Lars zo hard zocht bleef echter uit en de tips en goede ideeën droogden op. “Er kwamen programma’s in de buurt, dat zeker. Op het moment dat je echter een bepaald plaatje in je hoofd hebt is het schier onmogelijk dat iets daaraan kan voldoen.”
“Waarom maken we het niet zelf?”
“Ik hoor het mijn collega nog zeggen: ‘Waarom maken we het niet zelf?’ Dat is het! De enige manier om het plaatje uit mijn hoofd in praktijk te brengen was om iemand te vinden die het kon omzetten naar een computerprogramma. Dit klinkt echter makkelijker dan het uiteindelijk was,” legt Lars uit. “Alles dat in mijn hoofd zat was voorkant, terwijl ik geen idee had van de achterkant.”
Bouwen
Na een aantal gesprekken met de bouwers van het programma kreeg het langzaam vorm. “De expertise die je ziet en vindt bij een andere partij, die jouw ideeën kan uitwerken, is geweldig om te ervaren. Samen schaaf je hier en daar wat weg en bouw je een heleboel erbij. Tot er uiteindelijk een eindproduct staat waar de collega’s van zeggen: ‘Dit is precies waar we om gevraagd hebben’. Daar werd ik ontzettend blij van en zo wist ik dat onze topsportleerlingen met deze planningstool beter bediend zullen worden. Soms is iemand in je hoofd laten kijken helemaal zo gek nog niet.”
Struikelblok
Lars: “Het grootste struikelblok was de financiële verantwoording. Het is ontzettend kostbaar om een programma te laten ontwikkelen en er komen juridische vraagstukken bij over rechten en dergelijke. Een les voor mij is dat er bij het schrijven van software vooraf goed besproken moet worden wie uiteindelijk de eigenaar is van de software. Niet wie het gaat gebruiken, maar wie de software beheert. Dat scheelt veel gedoe.” Het programma is uiteindelijk eigendom van de maker Little Fragments. Het Caland Lyceum mag het gebruiken. Bij aanpassingen komen er kosten bij. Little Fragments kan het later gaan verkopen.
Advies aan andere scholen
Lars vond het lastig om te verwoorden naar de opdrachtnemer wat hij precies wilde. Er zijn zoveel opties en er komen gaandeweg veel vragen bij. Ook is de implementatie in de school zelf nog een uitdaging. “Voor leraren is het weer een extra programma wat ze moeten gebruiken. Voor de leerlingen is het wel heel positief en dat is het belangrijkste.” Zou Lars andere scholen aanraden zelf een (plannings)programma te maken? “Nee, ik zou adviseren het niet zelf te doen. We zijn tegen veel dingen aangelopen. Wat wel scheelt is dat we een duidelijke vraag hadden. Mocht iemand dit proces wel in willen stappen: denk simpel en denk in wat nodig is.”
Hoe wordt het nu gebruikt?
De school is aan het proefdraaien met de planner en de eerste bevindingen zijn heel positief. Volgens Lars vinden de leerlingen het nu al fijn dat ze meer overzicht hebben. Ze kunnen er bijvoorbeeld ook hun eigen huiswerk afvinken. “Alle leraren hebben de planner gevuld. De kinderziektes worden eruit gehaald. Daarna gaan we volledig live en komen alle jaarplanningen erin te staan. Onze leerlingen gaan hier veel plezier aan beleven.”
Heb jij ook het idee dat wat jij of je school zoekt nog niet op de markt is? Werk dan slim samen met de markt, zodat je krijgt wat je zoekt. Lees deze publicatie van Kennisnet over hoe je dat het beste kunt aanpakken.
In 10 stappen naar een ict-applicatie voor jouw school
Hoe maak je als school een keuze voor een digitaal leerplatform, toetsapplicatie of digitaal portfolio? Op basis van de ervaringen van scholen uit de leerlabs maakte Schoolinfo een stappenplan, dat jou als school helpt om een keuze te maken.
