Twee jaar geleden startte een aantal leraren van het Calvijn College met leerdoelenkaarten. De gekoppelde voortgangssheet geeft inzicht in waar leerlingen staan in het leerproces. Lees hoe het nu gaat.
De voortgangssheet
Leraren Kees van der Wege en Robbert-Jan Poortvliet stelden twee jaar geleden een voortgangssheet op. Op de sheet staan alle namen van de leerlingen en de leerdoelen voor een bepaald vak. Leerlingen bepalen zelf de volgorde en het instrument dat ze gebruiken om het leerdoel te behalen. Als leerlingen een leeractiviteit bij het leerdoel behaald hebben, kleuren ze het vakje zelf groen. Op het moment dat leerlingen een leeractiviteit niet voldoende hebben uitgevoerd, kleuren ze het vakje rood en krijgen ze een verlengde instructie.
Verbeterde leerdoelenkaart
Hoe gaat het nu met de leerdoelenkaarten? Wiskundedocent Kees heeft de kaarten in de loop der tijd sterk verbeterd. Zo zijn de leerdoelen uitgewerkt met de verschillende niveaus per klas en biedt Kees de opgaven gedifferentieerd aan. Ook de formatieve toetsen voor zijn havo/vwo-klas zijn opgedeeld in niveaus, met havo- en vwo-criteria. Zo weten leerlingen op welk niveau ze scoren. Kees: “Per hoofdstuk kiezen ze zelf de voorbereidende opgaven voor de enige summatieve toets. Die wordt beoordeeld met een puntentelling, zonder aan te geven wat fout is. De leerlingen mogen daarna hun fouten opsporen en verbeteren, waarna het cijfer met maximaal 1 punt wordt verhoogd.”
Formatieve evaluatie
De keuze voor vmbo bestaat bijvoorbeeld uit herhaling, diagnostische toets, examentrainer of overstap naar havo 4. De leerlingen werken aan de doelen en bepalen zelf hoeveel opgaven ze maken. De formatieve toetsen worden gevolgd door feedback en een zelfbeoordeling aan de hand van een puntentelling. Aan het einde van elke les wordt het schema ingekleurd. Leerlingen zien aan de hand van de kleurensheet precies hoever ze in hun proces zijn.
Lijst met criteria
Daarnaast heeft Kees een lijst met criteria toegevoegd. Deze criteria vertellen hoe leerlingen hun vaardigheden en/of kennis kunnen verbeteren. Dit levert een soort stappenplan op dat helpt bij het vergroten van het succes van leerlingen bij wiskunde.
Minder correctiewerk
Deze manier van werken levert Kees duidelijke voordelen op. “De doelenkaarten geven in één opslag aan hoever leerlingen in hun proces zijn en of de stof voldoende of onvoldoende beheerst wordt”, legt hij uit. “Ook zie ik meer gemotiveerde leerlingen die werken voor hun zelf bepaalde (en dus niet mijn) doel. Daarmee is mijn hulp aan leerlingen veel doelgerichter. Ook heb ik veel minder correctiewerk, omdat er maar één summatieve toets wordt afgenomen.”
Elk stapje met trots gedeeld
Inmiddels zijn ook andere collega’s van Kees aangehaakt. “Het mooie is dat collega’s de werkwijze aanpassen naar eigen wens.” Elk klein stapje wordt met trots gedeeld binnen de school. Er wordt veel gedeeld, besproken en kritisch gekeken. “We leren echt samen om het onderwijs te verbeteren. Het werken in een professionele leergemeenschap stimuleert dit enorm”, zegt Kees.
Leerling eigenaar maken
Een van de aardrijkskundeleraren, Eric Mieras, startte met het gebruik van de leerdoelenkaart, omdat hij meer zicht wilde op wat leerlingen al kunnen en waar leerlingen nog hulp bij nodig hebben. Daarnaast wilde hij de leerlingen meer eigenaar maken van hun eigen leerproces. Sinds hij met de sheet werkt, differentieert hij veel meer in de les en leren de leerlingen reflecteren op wat ze wel en niet kunnen.
Persoonlijke leerdoelenkaarten
Natuur/scheikundedocent Sjaak Danker wilde zijn leerlingen zelf verantwoordelijk maken voor hun resultaten. Hij werkt nu met een persoonlijke leerdoelenkaart. Na een formatieve toets vullen ze in in hoeverre ze hun doel behaald hebben. Bij onvoldoende resultaat leren ze een paragraaf opnieuw en krijgen ze een nieuwe toets. Is die ook onvoldoende, dan krijgen ze extra les. Het resultaat? “Ik heb veel meer aandacht voor de individuele leerling en waar iemand staat ten opzichte van de leerdoelen”, legt hij uit.
Blijven ontwikkelen
Ook collegadocent wiskunde Cees van Vliet wilde zijn leerlingen meer individueel ondersteunen. Hij begon met deze werkwijze en zag zijn leerlingen al snel meer gemotiveerd raken. “Eerst moesten ze, nu mogen ze”, vertelt hij. Kees is blij dat ook zijn collega’s ervaren wat de voordelen zijn van het werken met deze methode. Vooral omdat iedereen het op zijn eigen manier kan doen. Ook Kees blijft zichzelf ontwikkelen in het gebruik van de leerdoelen. “Het is een proces dat nooit ‘af’ is.”
Tips voor collega’s:
- Maak een kaart die bij jou en je vak past. Word wat tempo betreft geen slaaf van je doelenkaart. Het is een hulpmiddel, geen doel op zich.
- Begin klein en bouw het langzaam uit. Betrek leerlingen in het opstellen van de leerdoelen.
- Geniet van kleine successen. Fouten maken is niet erg; begin dan opnieuw en probeer jezelf te hervinden.
- Laat leerlingen kiezen tussen verschillende opdrachten. Dit vergroot de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijkheid.
- Laat iedere docent of vaksectie een eigen doelenkaart ontwikkelen.
Wil je weten welke vragen en antwoorden er leven over formatief bij andere leraren? Ga naar Edualdo.nl.