Op Het Schoter zijn twee klassen in pilotvorm begonnen met onderzoekend leren. Door het bieden van complexe, vakoverstijgende opdrachten worden leerlingen qua vaardigheden beter voorbereid op het vervolgonderwijs en maken ze kennis met dilemma’s uit de ‘echte wereld’. Maria de Voogd, projectleider, legt uit hoe zij dit hebben opgezet.
Waarom zijn jullie begonnen met onderzoekend leren?
“In de bovenbouw merkten we dat leerlingen bepaalde vaardigheden nog te weinig hadden ontwikkeld. Denk aan onderzoeksvaardigheden of aan schrijfvaardigheid. Deze vaardigheden zijn nodig om een profielwerkstuk te maken en noodzakelijk indien een leerling wil doorstromen naar het wo. Dit beeld werd bevestigd door oud-leerlingen die aan de universiteit studeren. Zij adviseerden ons om te focussen op zelfstandig werken, het vormen van een eigen mening, onderzoek doen, aantekeningen maken en wetenschappelijk schrijven.”
Waren er nog andere redenen?
“Ook wilden we verbanden tussen vakken leggen, meer vakoverstijgend werken. Verder wilden we beter aansluiten op de maatschappij door onze leerlingen realistische opdrachten te bieden. Deze komen tot stand in samenwerking met bedrijven en maatschappelijke organisaties. Het samenwerken met bedrijven en organisaties zorgt voor veel motivatie bij de leerlingen. Ze gaan echt op onderzoek uit, want ze werken even voor een echt bedrijf.”
Hoe gaat het in zijn werk?
“De leerlingen in de vwo-klassen krijgen per rapportperiode één complexe, vakoverstijgende onderzoeksopdracht. In vwo1 waren dat er vijf gedurende het schooljaar, maar in vwo2 gaan we naar drie complexe opdrachten, omdat dit organisatorisch wat beter te behappen is. Een complexe opdracht loopt dan mee met de rapportperiode van de gehele school. De opdrachten in vwo2 raken thematisch aan twee basisvakken en één vaardigheidsvak en worden door de collega’s die deze vakken doceren vormgegeven.”
Hoe ziet zo’n complexe opdracht eruit?
“Een complexe opdracht laat leerlingen vanuit verschillende invalshoeken kennismaken met een overkoepelend thema. De eerste drie á vier weken vindt er ook (gestuurde) kennisoverdracht plaats. Leerlingen hebben hier ook behoefte aan, omdat ze deze kennis moeten toepassen in de verdiepende fase, tijdens het uitvoeren van het onderzoek. Een complexe opdracht gaat bijvoorbeeld over ‘arm en rijk’, waarbinnen leerlingen onderzoek doen hoe arm en rijk over de wereld verdeeld is, of door de eeuwen heen. De opgedane kennis hebben de leerlingen verwerkt in een krant.”
Hoeveel regie hebben leerlingen?
“Tijdens het maken van de opdrachten vindt op allerlei manieren differentiatie plaats. Leerlingen maken keuzes over de inhoud, de bronnen en de boodschap. De manier waarop zij van input naar output gaan, bewandelen ze grotendeels naar eigen behoefte. De leerlingen konden bijvoorbeeld op verschillende manieren een bijdrage leveren aan de krant. Aan de hand van een rubric zijn de leerlingen beoordeeld.”
Hoe werkt de samenwerking met het bedrijfsleven?
“Een aantal bedrijven en andere organisaties heeft leerlingen gevraagd om met een verbetervoorstel te komen op het gebied van hun communicatie. De bedrijven en organisaties wilden graag meewerken aan het project en zij hebben samen met ons de begeleiding van de leerlingen op zich genomen. Deze complexe opdracht werd afgesloten met een eindpresentatie die aan de bedrijven en aan ouders is gegeven. In vwo2 gaan we samenwerken met Tata Steel en PWN; thema’s als duurzaamheid en circulaire economie zullen we dan samen oppakken.”
Hoe krijgen leerlingen inzicht in hun eigen leren?
“De leerdoelen en succescriteria per complexe opdracht worden voor de leraren en leerlingen vooraf geformuleerd. Samen gaan zij na afronding van het onderzoek na of het leerdoel bereikt is. We gebruiken hiervoor rubrics en portfoliogesprekken. Fouten maken mag, want daar leer je van – dat geldt overigens niet alleen voor leerlingen, maar ook voor ons. We weten dat leerlingen pas echt leren, als ze weten wat ze fout hebben gedaan én als ze weten wat ze moeten doen om beter te worden. Feedback geven – door een docent, een externe opdrachtgever of leerlingen aan elkaar – en feedback verwerken heeft een cruciale rol.
Overigens krijgen de leerlingen ook een (diagnostische) kennistoets. De kennis uit de verschillende vakken toetsen we apart, om te zien of er nog hiaten zitten in bepaalde kennis bij de leerlingen. Als dat het geval is, krijgen ze een (reparatie)opdracht om die kennis bij te spijkeren.”
Hoe worden leerlingen begeleid?
“De leerlingen van de brugklas zien iedere dag een mentorcoach, in de tweede klas is dat twee keer per week. De mentorcoaches kennen de leerlingen nu door en door en weten precies hoe ze hun mentorleerlingen kunnen ondersteunen en begeleiden. Aan de andere kant merkten we dat mentorcoaches werden overvraagd over leervaardigheden, het leerproces, verantwoordelijkheid en sociaal emotionele dingen. Om deze vraag op te vangen is het belangrijk dat ook de vakdocenten in de onderzoekend leren-klas goed op vaardigheden kunnen coachen. Dat vraagt een veranderende rol van leraren, waarin we ook behoefte hebben aan training, intervisie en coaching als leraren onderling.
Het is fantastisch om te zien dat leerlingen mede door de intensieve begeleiding nu echt goed kunnen presenteren, bronnen gebruiken en onderzoeken kunnen uitschrijven. Daarin zien we een enorm verschil met het begin van het jaar.”
Waar liepen jullie nog meer tegen aan?
“We waren zeer enthousiast begonnen met vijf complexe opdrachten voor het hele schooljaar en er was geen maximum aan het aantal vakken waaruit een complexe opdracht kon zijn opgebouwd. Maar door het grote aantal betrokken leraren per opdracht liepen we tegen organisatorische obstakels aan. Om die reden hebben we besloten om de complexe opdracht vanuit maximaal drie vakken te organiseren en maximaal drie per schooljaar.”
Wat vinden leerlingen ervan?
“De leerlingen moesten in het begin wel even wennen, ook aan de digitale leeromgeving en aan de eigen verantwoordelijkheid. Maar nu, aan het eind van het schooljaar, willen ze niet anders meer. Ze vinden de complexe opdrachten spannend en uitdagend. Leerlingen zijn enthousiast over de samenwerking met echte opdrachtgevers buiten de school. ‘Wij mogen echt zelf onderzoek doen en leren door puzzels, dat is echt heel erg leuk’, is een citaat van één van de leerlingen tijdens de eerste complexe opdracht.’”
Heb je nog tips voor andere scholen?
“Ik wil adviseren om met je onderwijsinnovatie te beginnen als proeftuin. Focus op één ding en bouw het verder uit wanneer de kinderziektes eruit zijn. En vergeet ook ouders en leerlingen niet mee te nemen in je ontwikkelproces. Ze gaven ons waardevolle feedback en waarderen de lerende houding van de school.”