Verandervraag 8: Wie heb ik nodig, welk team in de school om het ontwikkelproces te laten slagen?

Schoolleider Adrienne de Kock van Effent geeft vanuit haar ervaring antwoord op verandervraag 8: Wie heb ik nodig, welk team in de school om het ontwikkelproces te laten slagen?

Achtergrond school

Effent is een mavo in Oosterhout. De school besloot om met een iPad in de klas te werken. Hiermee willen ze leerlingen actiever bij de lessen betrekken, meer differentiëren naar niveau en leerlingen meer zeggenschap geven over hun eigen leerproces, bijvoorbeeld door een digitaal portfolio bij te houden. Om dat te bewerkstelligen startten ze eerst een pilot. We kozen ervoor om met één klas te beginnen, waarin alle leraren die die klas lesgeven betrokken zijn in het proces. We wilden klein beginnen en kleine stappen nemen”, zegt Adrienne.

Enthousiastelingen

“We vroegen aan ons lerarenteam: Wie wil er aan de pilot meedoen? Een groep enthousiastelingen, meldde zich daarna aan. Helaas kwamen we twee leraren te kort. We hadden 12 leraren nodig, van ieder vak één. Toen zijn we met de twee ontbrekende vakgroepen in gesprek gegaan en was het team snel compleet.”

Ontwikkeltijd

Scholing en ontwikkeltijd zijn volgens Adrienne van groot belang om een vernieuwing te laten slagen. “We hebben daarom wekelijks een gezamenlijk ontwikkeluur ingepland voor de twaalf mensen zodat ze van en met elkaar kunnen leren. Wat er in het begin gebeurde was dat het een leerlingbespreking werd. De twaalf leraren hebben met zijn allen die ene klas. Het ging ineens over iets anders dan onderwijsvernieuwing. We hebben daarna met elkaar afspraken gemaakt en zorgden ervoor dat we het uurtje inzetten voor ontwikkeling.”

Inspelen op verschillen

Er bleek een groot verschil te zijn tussen de leraren in het team. De voorlopers kwamen tijdens het ontwikkeluur niet zelf tot ontwikkelen, omdat ze collega’s hielpen die het wat moeilijker vonden en hulp nodig hadden. “Het is belangrijk dat ook de voorlopers blijven leren en zichzelf blijven uitdagen. Daarover zijn we met elkaar in gesprek gegaan zodat zij zich ook blijven ontwikkelen. De groep voorlopers is bijvoorbeeld naar Het Docentencongres geweest. Om alle collega's enthousiast te houden, in beweging te houden en het ontwikkelproces te lagen slagen is het van belang om in te spelen op de verschillende behoeftes en niveaus van de leraren.”

Bied een podium

Effent breidt de pilot uit. Ze gaan van een team van 12 leraren naar een team van 26. De eerste 12 leraren gaven een werkconferentie waarin ze hun eigen vakgroep bijpraatte en hun ervaringen deelden. Vervolgens konden de deelnemers zich inschrijven voor een workshop van een van de 12 leraren. Adrienne: “Tijdens de centrale opening sprak een docent die normaal minder zichtbaar is binnen de school, maar wel heel enthousiast. Dit werkte krachtig. Soms is het goed om juist een ander aan het woord te laten of een podium te geven. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat leraren zich hebben aangemeld voor het vervolg.”

Tips van Adrienne

  1. Deel het hele jaar door ervaringen met de vakgroepen, om collega’s op de hoogte te houden en te enthousiasmeren.
  2. Wil je zorgen voor meer beweging en enthousiasme? Dan heb je een gevarieerd team nodig met leraren uit verschillende vakgroepen en verschillende niveaus.

Bekijk de overige acht verandervragen.